Take Courage. Bij De Revisor

Groep

Bernke Klein Zandvoort (1987) volgde de afdeling ‘Beeld & taal’ van  de  Gerrit Rietveld Academie. Zij debuteerde met gedichten in De Revisor. Voor De Revisor online schrijft zij vanuit Londen.

*

Een vriendin gaat binnenkort trouwen in de kerk een paar straten van haar huis. Omdat ik te vroeg ben voor ons etentje, ga ik met haar en haar verloofde mee naar een afspraak met de vicar, de predikant, die naast de kerk woont. We steken het aangrenzende plein over. De kerk houdt zich gedeisd in het donker als een uil op een tak die roerloos zijn prooi volgt. De vicar blijkt een tengere vrouw van een jaar of vijftig met pretogen boven haar witte boord. In een bak licht staat ze in de deuropening omringd door kerstkransen, stapels papier en rommeltjes op de grond. Ze laat ons hartelijk binnen. Het is er warm en gezellig. Als ze op een kruk bij de geïmproviseerde kring komt zitten, schuift de split van haar rok omhoog tot ver over haar knie. Mijn vriendin en ik kijken elkaar in een reflex aan. Terwijl de vrouw doorpraat over formaliteiten rond de dienst, trekken haar handen de rok strak. Aan het eind van het gesprek vraagt ze of ik zondag meekom naar de dienst. ‘Het is een hele lieve groep mensen en het zal goed zijn voor je Engels,’ moedigt ze me aan. Ik kom in de verleiding, maar weet ook dat ik niet zal gaan.

Los van een paar stilzwijgende categorieën, — de afgestudeerde, de immigrant, de twintiger — hoor ik hier nog bijna nergens toe. Ik kan zelf m’n groepen kiezen. In een stad als deze, waar iedere dag een wisselende stroom mensen voor de deur langs loopt, lijkt die keuze belangrijker dan op een plek waar je je buren kent en kinderen vanzelfsprekend naar dezelfde basisschool brengt. Studentenfeestjes, de trombosevereniging, de stadstuinvrijwilligers en het hardrockforum, ineens begrijp ik het bestaan ervan. Een groep is je ruggengraat, die je het idee geeft dat je ‘s avonds niet alleen bent als je de deur van het slot draait.

Het ontvangen van de bibliotheekpas was mijn inauguratie in het groepsleven. Nadat de medewerker een verdraaide foto van me had gemaakt met een goedkope webcam, schoof hij het pasje over de desk naar me toe. ‘Welcome, you are now a member of the British Library,’ zei hij zonder intonatie. Ik was ontroerd, maar hij zag het gelukkig niet. Zijn hoofd was alweer naar het beeldscherm gedraaid. Hij zou het die dag nog heel vaak zeggen.

Tegenover metrostation New Cross Gate ligt een pub, waar hoog op de gevel in rode neonletters take courage staat. Elke keer als ik de metro uitstap, kruisen die twee woorden m’n blik. Ze hangen als een titel boven de straat.

Ik heb een baantje dus ik ben deel van de groep die ’s ochtends ergens heen gaat en ik heb mijn bibliotheeklidmaatschap, maar take courage was de eerste groep waar ik bij hoorde. Het is een stille groep, zo toegankelijk dat iedereen die er z’n oog op laat vallen, er automatisch toe behoort.

Ik verbond de neonletters eerst met de kunstacademie die om de hoek van het station ligt. Ik vond het een mooi kunstwerk, dat een mengsel van aanmoediging en geruststelling teweegbracht. Maar courage blijkt een biermerk, door Heineken beheerd. De twee woorden zijn een reclameslogan die rond de jaren vijftig met blauwe stenen in de gevels van de pubs werd gemetseld. De rode neonletters zijn een moderne vertaling hiervan.

In mijn winkelcentrum bidt elke zaterdagochtend voor openingstijd een groep jongeren hardop in een kring voor de pui van de McDonald’s. Ze houden elkaars handen vast en hebben hun ogen dicht. Een paar minuten lang bestaat de buitenwereld niet. Wat straten verderop bouwt op hetzelfde moment de biologische markt z’n kramen op. Twee meisjes met opgerolde yogamatjes op hun rug haasten zich langs de eerste bezoekers terwijl op station New Cross Gate elke vijf minuten een aantal mensen aankomt, waarvan er een of twee, hun blik gebonden aan take courage, wat langer op het platform blijven staan.