Verbouwingen II

Halverwege de tweede trap hoorde hij de ketel verschrikkelijk hard fluiten en haastte hij zich terug naar de keuken. Hij draaide het gas uit en liep terug naar boven, drie verdiepingen hoog, meer dan negentig treden. Boven moest hij even bekomen van de inspanning. Toen hij de zolderladder naar beneden trok, viel er een plasje ijskoud water over zijn gezicht. Hij nam de zaklamp van het haakje en beklom met een klein hart de treden.

Ze hadden het huis gekocht toen zijn vrouw voor het eerst zwanger was. Het was meer dan honderd jaar oud maar had een goede ligging, een tuintje, was bovenal betaalbaar en had, zoals ze het zelf in hun enthousiasme formuleerden bij de notaris, een waaier aan mogelijkheden. Dat er op zolder een regenpijp liep wisten ze, dat had de eigenaar hun eerlijk verteld. Pas nu, op de ladder, begreep Peter Maes het belang van de mededeling die hij en zijn vrouw toen als een verwaarloosbaar detail hadden weggewuifd. De plas water die op zolder lag kon hij alleen maar verklaren doordat de buis, waarin water was blijven staan, gesprongen was. Door de strenge winter moest het water bevroren zijn. Hij scheen met de zaklamp in het water en zag hoe het door een spleet tot in de schouw liep.

Wie kon hij voor dit probleem raadplegen? Hij surfte op het internet, tikte woorden in als ‘lekken’, ‘vocht’, ‘gesprongen buizen’ en kwam bij een firma terecht die volgens de website alles deed, van afbraak via dakwerken, elektriciteit, loodgieterij, hout- en plakwerk tot vloeren, schilderen en betegelen. Hij tikte het nummer in en ging voor het schuifraam staan. Op een kale tak zat de eenogige kraai.
‘Wel,’ zei Peter Maes tegen hem, ‘kun jij me niet helpen?’ Hij maakte een afspraak met de aannemer van firma Fiksal.

Zijn dochtertje klom op zijn schoot en vroeg of hij paarden had gezien in Amsterdamster, en luchtballonnen. Hij maakte het zakje voor haar open en gaf haar een snoepje in de vorm van een apenkop.
‘Ik heb aapjes gezien in Amsterdam, aapjes en varkentjes.’
Hij vertelde zijn vrouw dat er een lek was, dat hij een aannemer had gebeld en dat ze vandaag de haard niet konden gebruiken. Zij had het getik niet gehoord.

Hij sliep slecht. Rond half één had hij zijn oudste dochter horen thuiskomen en was hij naar beneden gegaan. Ze hadden samen een kop thee gedronken, nog een half uurtje over koetjes en kalfjes gepraat, over haar kendo-gevecht van volgende week en haar scriptie.
‘Hoor je dat ook,’ vroeg hij nadat ze van hun thee hadden genipt.
‘Wat?’
‘Dat getik,’ en terwijl ze nee schudde, weerklonk een lugubere, doffe klap tegen het schuifraam.
‘Papa,’ piepte ze.
De eenogige kraai lag versuft op het terras.

*

Vanaf 6 januari schrijft Bart Koubaa wekelijks een aflevering van zijn feuilleton Verbouwingen voor Revisor.nl. Dit is de tweede aflevering, van tien.