Twee gedichten: Willem Thies
Willem Thies (1973) was medeoprichter van het literaire punkrocktijdschrift Zeroxat. In 2006 debuteerde hij met de dichtbundel Toendra, die is bekroond met de C. Buddingh’-prijs. In 2008 volgde zijn tweede bundel, Na de vlakte, genomineerd voor de J.C. Bloemprijs, en in 2012 Twee vogels één kogel. Onlangs verscheen zijn vierde bundel: Meer mensen dan reddingsvesten.
*
Oma op het kiezelpad in de zon doek rond haar hoofd geknoopt
de schillen in haar schoot het plonsen van de blanke aardappelen in de teil
(voor het middagmaal soep een kom jus met champignons gebraden vlees)
klimop tegen de hoge schuurmuur gegons van bijen en hommels in de garage
sleutelt de nagekomen zoon aan een crossmotor tong uit de mond mijn broer
en ik voor op de motor tussen oom en stuur slalommend om hoekige strobalen
op de akker bij de Beekweg de schuifdeur van de schuur rollend over een rail
betonnen vloer stalen treden naar hooizolder snuivend en snorkend de varkens
voedertijd snuit in de trog wroetend ik vang een muis bij de staart
tussen de vier houten schotten van een hok de muis kromt zijn lijf bijt
een ketting kleine gaatjes in mijn hand bloed opa lacht hoe lang
blijft een muis zwemmen in een emmer water glijdend langs de wand
ik zet hem uit in het maïsveld hoop dat hij het overleeft glad en nat zijn vacht
het andere, verre klimaat achter glas zware tomatenplantgeur dikke behaarde
stengel stervormige kroon kortademige tropentocht in de kas opgepotte zon
rubberlaarzen schoongespoten en drogend in de melkkeuken koel beschaduwd
de kersen trekken eksters de mesthoop stoomt
Uitkijk
Een grassige heuvel overziet de haven. Bierflessen plaveien
het pad naar de bunker, plek om schemerige uren te doden.
De wind speelt orgel, een gespleten balk draagt een Christus.
Op het kruis spiedt kopschuddend een kraai, als vanaf een uitkijkpost
boven in een mast. Hij waakt over de verdronkenen, de vermisten.
Het onvaste vlak van de zee: een wiegende zerk. Ik ken een beeldhouwer
die alleen in zijn hoofd schept, hij laat zijn zwaard het water klieven.
Landinwaarts strekken de koolzaadvelden zich uit, zo geel dat de zon
teleurstelt.