Deze week gelezen: Bart Koubaa, Alejandro Zambra

Bart Koubaa, Alejandro Zambra: de redactie las na een pauze van enkele weken (iedereen is verhuisd) weer nieuwe literatuur. Een intelligente verhalenbundel uit Chili en een rijke coming-of-age uit België.

*

Thomas Heerma van Voss: Alejandro Zambra, Mijn documenten

De boeken van Alejandro Zambra intrigeren me elke keer opnieuw en ik begrijp nooit helemaal waarom. Jaren geleden las ik Bonsai (2006), een kleine, ingetogen roman die bij vlagen zo beknopt was dat hij meer als poëzie dan als proza aanvoelde – ik kreeg geen moment echt vat op het verhaal of het kalm vertellende hoofdpersonage, maar de dromerige sfeer zorgde ervoor dat ik moeiteloos doorlas.

Ditzelfde gold min of meer voor opvolger Het verborgen leven van bomen (2007), weer zo’n korte, dromerige roman, ditmaal over een literatuurdocent wiens vriendin niet thuiskomt na een tekencursus. Wat volgt is geen harde, door spanning gedreven thriller, maar een fijn geschreven, meanderend, soms essayistisch verhaal, dat wederom voorbij was voor ik er werkelijk een band mee kon krijgen. Het derde boek dat ik van Zambra las, Manieren om naar Huis Terug te Keren (2011) was alwéér zo’n kort, ingetogen werk, alweer bijzonder goed geschreven, en alweer bleef mij uiteindelijk vooral de broeierige, indringende sfeer bij.

Nu is er Mijn documenten, een verhalenbundel die het beste van Zambra’s schrijven combineert: de intelligente, registerende hoofdpersonages, de gevoelige ondertoon, de secure, afgewogen stijl – er valt geen haperende zin in te ontdekken, of het moet het ongetwijfeld abusievelijk verkeerd vertaalde ‘Iván Zamorana’ zijn waar natuurlijk de Chileense voetballer ‘Iván Zamorano’ wordt bedoeld. Ik ben halverwege de bundel en meer overkoepelende bevindingen staan binnenkort in De Groene Amsterdammer, maar hier vestig ik alvast graag de aandacht op het beste verhaal dat ik tot nu toe tegenkwam en dat ik iedereen wil aanraden: ‘Camilo’. Een door een ik-figuur opgetekende verzameling herinneringen die toch, anders dan de meeste verhalen uit die categorie, geen moment particulier of alledaags aanvoelt.

Het draait in ‘Camilo’ om een uiterst behulpzame, oudere vriend op wie de ik-figuur maar geen grip krijgt, die tevens ook een vriend is van de veel meer afstandelijke vader van de ik-figuur – tot het allemaal misgaat. Het is allemaal bijzonder kalm en rustig opgezet, vertellend van toon, maar en passant worden de wezenlijkste thema’s behandeld: opgroeien, uitdovende vriendschappen, (de aard van) herinneren (zoals vaak bij vrienden). Navertellen is lastig omdat Zambra zo soepel heen en weer springt in de tijd, er worden uiteindelijk jaren uit het leven van ‘Camilo’ behandeld, en het gaat zoals steeds meer om de sfeer dan om de precieze plot.

En ik weet nu al wat me hiervan het meest zal bijblijven: de amateurvoetbalwereld in Chili, die heel nauwkeurig en fijn wordt beschreven, en de verhoudingen tussen de personages stuk voor stuk onder spanning zet en vormgeeft Bijvoorbeeld tussen de verteller en diens vader:

‘… hij stond in het doel en was er echt goed in, ik zie hem zo nog voor me, duikend naar een hoek, waar hij de bal met twee handen uit de lucht plukte en hem tegen zijn borst drukte. Ik kon me nooit aan gedachte onttrekken dat zijn ploeggenoten hem haatten, want hij was zo’n keeper die de hele wedstrijd aanwijzingen gaf, die de verdediging en zelfs het middenveld met harde kreten op de juiste positie zette. Terug, man, terug, pass hem, naar mij, niet dribbelen, terug, man, terug. Hoe vaak heb ik die bevelen wel niet uit de mond van mijn vader horen komen, uitgesproken op een uiterst alarmerende toon. Als hij weleens naar mij schreeuwde, was het nooit zo hard als de kreten op het voetbalveld. Zijn ploeggenoten ondergingen ze geërgerd, of dat dacht ik tenminste, want het kon niet aangenaam zijn met zo’n permanente herrie achter je te moeten spelen. Maar mijn vader werd gerespecteerd. En nogmaals: hij was heel goed.’

Proza dat me dwingt om door te lezen. Zin na zin, alinea na alinea. Ik ga verder.

Karaat geeft Zambra uit. Op Athenaeum.nl staat een fragment.