Deze week gelezen: Garnett, Campert
Remco Campert, David Garnett: de redactie herlas vrolijke clichévergrotende columns en het perfecte Boekenweekgeschenk voor 2019.
*
Jan van Mersbergen: David Garnett, Vrouw of vos
Tijdens het lezen van Vrouw of vos (vertaald door Irwan Droog) moest ik denken aan recensies van mijn eigen boeken. Recensenten meenden te ontdekken dat de verteller van Dagboek uit de rivier passages verhaalt waar hij zelf niet bij was. Dat kan niet, was het oordeel. Dat kan natuurlijk wel, als de verteller – schrijver van beroep – vanuit bepaalde aannames zijn verhaal doet. Hij geeft dat soms ook netjes aan, soms vindt hij dat niet nodig. Over De ruiter, mijn laatste roman, schreef een recensent dat het vertellende paard niet deugde. Dat paard weet dingen die hij niet kan weten, en andere zaken weet hij juist weer niet.
In Vrouw of vos van David Garnett is een buurman de verteller die de lezer het mooie en speelse verhaal intrekt van een vrouw die plots in een vos verandert. De verteller is nergens zelf bij want de echtgenoot verstopt zijn vos voor de buitenwereld, en het verhaal is totaal niet realistisch. Een vrouw die een vos wordt, dat bestaat niet. Raar!
Maar zo werken vertellingen niet. Vrouw of vos is een heel mooi klein boekje, een dwingende subtiele vertelling. Een metafoor met vele lagen. Op bladzijde 61 blijkt de verteller en buurman Garnett zelf te zijn. Dat spel speelt Garnett heel fijntjes. Een verteller die alle touwtjes in handen heeft zonder dat de lezer meer over hem te weten wil komen. Hij laat ergens terloops vallen dat hij ooit met een prinses dineerde. Geinig, heeft geen enkele functie in het verhaal maar zo’n stapje naar voren van de verteller is wel nodig om de lezer eraan te herinneren dat deze ik zelf ook een leven heeft.
Het mooiste zinnetje: ‘Toen opende hij de mand en liet zijn vrouw eruit.’
Dat zet het verhaal neer: een man zorgt voor zijn vrouw maar moet haar als dier bij zich zien te houden. In een mand. Dat lukt natuurlijk niet, de vos wil vrij zijn. Is dit boek een metafoor voor een zelfstandige vrouw?
Nu we het er toch over hebben, een boek geschreven door een man over een vrouw die een vos wordt, en die door haar man vastgehouden wordt, heel teder en invoelbaar maar ook schrijnend en pijnlijk, zoals liefde soms kan zijn. Ik zal hier in deze tijd verder niet veel over zeggen en zeker niet dat vooral mannen in staat zijn om episch over vrouwen te schrijven, zoals Jan Siebelink betoogde in een poging de keuze voor hem als schrijver van het aanstaande Boekenweekgeschenk te verantwoorden.
Het is wel de thematiek die speelt wel in Vrouw of vos en daarom zou dit kleine boekje een perfect Boekenweekgeschenk zijn in maart 2019. Een man houdt van zijn vrouw, maar moet haar loslaten. Of: zij wil bij hem weg. In een boek uit 1922, bijna honderd jaar oud, over een man die verscheurd is door pijn en toch weet dat hij haar moet laten gaan. ‘Ga weg. Ik hou van je,’ zegt hij in één adem. Aan het slot stapelt het drama zich op. Er wordt op de vos gejaagd, er komen kleine vosjes, de man wordt compleet gek, zijn menselijke trekjes vervagen. Hij wil zijn keel doorsnijden, een van de weinige momenten waarop Garnett over de schreef gaat. Mooier is dat hij de man laat waken bij zijn vos. Jagen wordt gepareerd met waken.
Uiteindelijk gaat de kleine roman over eenzaamheid en verlatenheid. Een goed geschreven bondig modern sprookje, ook al is het al bijna honderd jaar oud maar zeker nog actueel in een tijd die kleine sprongetjes van vooruitgang biedt. Naast de keuze voor een vrouwelijke burgemeester van Amsterdam (eindelijk) herken ik die vooruitgang in het verhaal van de uitgever van Vrouw of vos – tevens mijn uitgever; een vrouw die me laatst tijdens een zomerborrel perfect uitlegde hoe zij zich als vrouw in het boekenwereldje als man moest gedragen om gezien te worden, ook een prachtig aangrijpend en sterk verhaal. Bovendien begrijpt zij dat in de wereld van de letteren vooruitgang geput wordt uit de kracht van de letteren zelf, en dat is niet simpel tellen of voorrang verlenen, dat zijn metaforen die de kern vertellen.
Cossee gaf Vrouw of vos uit. Op Athenaeum.nl staat een fragment.
Daan Stoffelsen: Remco Campert, De familie Kneupma
‘Ben jij het Bonkjes? Je brengt toch geen slecht nieuws, hoop ik?’ Toen ik twee weken geleden tussen het strijken en stofzuigen door het nieuws las dat de CPNB besloten heeft de Boekenweek 2019 met het thema ‘De moeder, de vrouw’ op te zadelen, moest ik meteen aan De familie Kneupma denken. Remco Campert (we wijden ons augustusnummer aan hem) schreef columns in de Volkskrant over deze landelijke, vrolijk incestueuze en consequent beroerd etende familie (‘Ik kan een kliekje endeldarm opbakken. En er zijn nog veekoeken.’). Vader en moeder Kneupma, dochter Mieke-Kee en zoon Gerrit die postelie, nee, portologie studeert in de grote stad, werden daarin op de vreemdste tijdstippen bezocht door veldwachter Bonkjes. Met slecht nieuws dus, dat meestal met een mosterdglas brandewijn af te blussen was.
De rolverdeling was traditioneel jaren vijftig, de seksuele vrijheid was jaren zestig-achtig, en de taal was inventief ouderwets: ‘Warm-manlijk drukte de veldwachter zich tegen het beschorte lichaam van moeder Kneupma aan, terwijl hij zijn kolenschoppen op haar brede bilpartij legde.’ Maar Mieke-Kee, inmiddels terug van een vlucht naar de stad, elders zeer gewillig, meet zich een #metoo-houding aan: ‘”Handen thuis, Bonkjes. Of solliciteer je naar een stukje heropvoeding?” Dreigend stond Mieke-Kee in de deuropening, haar dunne gewaadje wapperend in de voorjaarstocht.’
Zeer vermakelijk, door de herhaling, de variaties erop, de incidentele verwijzingen naar de actualiteit (Relus ter Beek zoekt onderdak, op de vlucht voor ‘de schijnwerpers van de puulbiciteit’. En ja, hij is ‘een oud vrindje’ van de burgemeester ‘uit hun dienstweigeringsjaren’), en de ondeugende opmerkingen (‘We gaan een spelletje stripganzenbord doen, Bonkjes. Doe je mee?’). Ik heb Camperts columns altijd als precies dat beschouwd: zijdelings commentaar, vermaak in de krant waarin verder niets te lachen is. Geen hoge literatuur. Maar het is wel vintage Campert hoe hij de taalclichés oppakt en verwerkt, en de randjes van het betamelijke opzoekt.
Maar ‘moeder de vrouw’? Dat was Campert waarschijnlijk ook te gortig.
De Bezige Bij bundelde de columns als De familie Kneupma – dunner dan een Boekenweekgeschenk. Tweedehands te krijgen op Boekwinkeltjes.nl. In het Campertnummer voert Frank Heinen bij vele Campertpersonages de Kneupma’s weer op in een speciaal feestverhaal. Reserveren kan al, abonneren ook.