Negen manieren, anders dan zelfmoord, om te sterven voor een dichter
Voor De Revisor 21 schreef Viktor Frölke het verhaal ‘Drie dingen die ik met mijn vader heb gedaan.’ Frölke gaat door met ordenen en tellen, nu over negen manieren om te sterven als dichter, anders dan zelfmoord.
*
1. Het potloodje
De dichter, die net een kort onderhoud heeft gehad met zijn redacteur en publiciteitsmedewerker, op de derde verdieping van het grachtenpand waarin de uitgeverij zetelt die in het najaar zijn nieuwe bundel zal uitgeven, – althans dat is het plan, op het omslag zal een vogel prijken, een fitis, bekend van zijn merkwaardige, haast slobberachtige fluitje, alsof hij fluit met zijn snavel in een kom water –, die dichter dus, komt ten val op het overloopje van het imposante trappenhuis en belandt op een dusdanige manier op de marmeren vloer dat het potloodje, dat hij te allen tijde in de binnenzak van zijn jasje draagt, zich in zijn rechterlong boort. Tijdens de behandeling van de perforatie van de long wordt bij de dichter uitgezaaide longkanker vastgesteld. ‘Fitis’ verschijnt postuum, hetgeen de verkoop niet schaadt.
2. Vleugel
Een concertvleugel van transparant kunststof, die uit een op de eerste verdieping gelegen opnamestudio van een reclamebureau wordt getakeld, – de ochtendzon schittert dwars door het machtige instrument heen –, raakt in het ongerede en landt bovenop de dichter, die, tegen zijn gewoonte in, de wegversperring had genegeerd en onderlangs voorbij loopt, ietwat nerveus op weg naar zijn eerste tinderdate. Uit de klep van de vleugel alsook uit de keel van de dichter stijgt op het moment van impact een dissonant geluid op, dat, voor wie er oor voor heeft, met elkaar in overeenstemming lijkt.
3. Verliefd
Dromend over het eerste en enige meisje op wie zij ooit verliefd was, op de lagere school, een meisje uit China, met volmaakte huid, haardracht en tanden, een ontwapenende lach en een tong die nog het meest op een ijslolly leek, draaide de 91-jarige dichter zich om en viel uit bed. Vierenhalf uur later werd zij gevonden door de dienstdoende mantelzorger, die in het ongewisse was over haar dichterschap, aangezien zij sinds de bundel ‘Hu’, verschenen in de jaren zeventig, bij een obscure uitgeverij die allang ter ziele is, niets meer had gepubliceerd.
4. Bad trip
Terwijl de dichter onderzoek doet bij native Americans in Brazilië voor een lang episch gedicht, werktitel ‘Rooksignalen’, waarvoor hij van de Stichting Jan Hanlo vijfduizend euro subsidie heeft ontvangen, raakt hij na overmatig gebruik van ayahuasaca in een bad trip, hartfalen als gevolg hebbende. In de wijde omtrek blijkt niemand hem te kunnen of willen helpen. Het manuscript van het epische gedicht, bestaande uit een dozijn volgekraste schoolschriften, is overgedragen aan de Jan Hanlo-stichting, die het heeft opgeslagen in een kluis.
5. Kogelvis
Als hij de kans krijgt als groupie mee te reizen met de band van zijn beste vriend, een hitgevoelige popmuzikant, op diens tournee door Japan, overspeelt de dichter op een avond zijn hand door in het Tokyo’se restaurant fugu ofwel kogelvis te bestellen, een gerecht dat dodelijk kan zijn indien incorrect bereid. Diezelfde nacht nog, in de badkamer van de hotelkamer van het Peninsula Hotel, probeert hij vergeefs zijn maag leeg te kotsen, terwijl zijn vriend stomdronken op bed ligt, zijn kleren nog aan.
6. Scooter
Onderweg van de tramhalte naar het trottoir wordt de dichter, die pertinent weigert om met de fiets door de stad te gaan onder het motto ‘dichters fietsen niet’, geschept door de elektrische scooter van de geluidstechnicus van een cultureel podium dat veel aan spoken word doet.
7. Duel
De dichter heeft zijn aartsrivaal uitgedaagd voor een duel, uit te vechten met echte, werkende, achttiende-eeuwse pistolen, vriendelijk beschikbaar gesteld door een verzamelaar uit Gent. Het duel vindt plaats op een lome zaterdagmiddag aan de rand van een goed beschut veld in het Amsterdamse Bos, in het bijzijn van de Gentse verzamelaar, een sportarts (een vriend van de dichter) en een moeder met kinderwagen die toevallig kwam aan joggen. De rivaal, ook een dichter, had gewaagd het nieuwe kapsel van de dichter in een recensie van diens Verzameld Werk te omschrijven als ‘een coupe waarbij Hitlers konthaar nog gunstig afsteekt’. De dichter die om het duel had gevraagd wordt door een kogel geraakt in zijn maag. Hij begint hevig te bloeden. De sportarts staat machteloos, wil een ambulance bellen, maar de wapenhandelaar houdt hem tegen. De uitgedaagde dichter, slechts door een kogel geschampt aan zijn ongeschoren kaak, ziet een paar dagen later kans om in dezelfde krant een welwillende necrologie te schrijven waarin met geen woord wordt gerept over het duel of het voorafgaande conflict.
8. Lift
In een buitenwijk van Bologna, waar de dichter dankzij Poetry International, en toch ook wel haar ouders, die haar treinreis en nieuwe laptop financieren, een half jaar mag logeren in een leegstaand fabriekspand, blijft de dichter, vlak voordat ze weer naar huis zou gaan, hangen in de werklift tussen de vierde en de vijfde verdieping. Aanvankelijk kan ze de humor nog wel inzien van dit bedrijfsongeval, maar niet veel later, haar telefoon is dood en haar waterflesje leeg, schreeuwt ze haar stem schor om hulp. In het belendende klooster blijft het stil. Nota bene op de eerste dag van haar verblijf als poet in residence had ze er een keer belletje getrokken, uit balorigheid, en toch ook wel nieuwsgierigheid – melig deed ze er verslag van op social media – maar toen werd er dus ook niet opengedaan.
9. Kiri te Kanawa
De dichter had er zijn levensproject van gemaakt om Kiri te Kanawa te worden. Niet alleen had hij zijn naam veranderd in Kiri te Kanawa, hij had ook cosmetische chirurgie ondergaan om meer op Kiri te Kanawa te lijken, en zanglessen genomen om zijn stem, al was het maar een fractie, dichter in de buurt te brengen van het origineel. Toen hij genoeg geld had gespaard voor een geslachtsveranderende operatie, en hij zijn eerste dichtbundel, ‘Kiri te Kanawa’, in Nieuw Zeeland wilde lanceren, sleepte het management van Te Kanawa de dichter namens de familie voor de rechter. De dichter ging in hongerstaking tegen de uitspraak en bezweek na vijftien dagen in zijn AirBnB-appartement in Auckland.
Beeld © Anne Reinke