Deze week gelezen: Sheila Sitalsing
Sheila Sitalsing: de redacteur las een persoonlijke, profetische, pijnlijk en stilistisch sterke columnbundel die een jaar omvat dat nog niet afgelopen lijkt te zijn.
*
Daan Stoffelsen: Sheila Sitalsing, Dagboek van een krankzinnig jaar
Ik ben fan van Sheila Sitalsing. Niet genoeg om er weer de Volkskrant voor in huis te halen, die ik om de woordspelige koppen en flinterdunne cultuurpagina’s voor een saaiere krant heb ingeruild, maar ze schrijft haar wisselcolumn zo scherp, geestig en empathisch dat ik me toch steeds laat verleiden op een twitterlink te klikken. Of naar Topics.nl te surfen, waar ik via mijn abonnement op misschien wel de degelijkste krant van Nederland ook Volkskrantstukken mag lezen, maar daar ontbreken dan weer de columns vanaf 18 september tot de jaarwisseling.
Maar nu is er Dagboek van een krankzinnig jaar, een boek dat bewijst dat bundelen meer kan zijn dan het opbakken van oude prakjes (de grote uitzondering was natuurlijk al Marja Pruis). Deze verzameling geeft daadwerkelijk een representatief beeld van 2020, een jaar dat nog niet afgelopen lijkt te zijn. Corona, de toeslagenaffaire, Rutte, De Jonge beheersen de kranten nog steeds. Op Athenaeum.nl publiceerde ik voor uit een column van 29 januari, die zo begint:
‘Het allerliefste wat ik heb kwam thuis met een snotneus. De woorden “zie je wel”, en “meter afstand houden”, en “inkwartieren”, en “moeten we de buren niet waarschuwen” vielen.’
De kracht van Sitalsing zit hem in de stijl: superlatief lief maar onzijdig, dat botst en valt op, en dan zoiets doodnormaals als een snotneus. Althans, dat was tóén doodnormaal, en dat is ook Sitalsing: ze is scherp op het profetische af. Pas een kleine maand later werd de eerste besmetting in Nederland geciteerd, de anderhalve meter en de quarantaine volgden daarna pas. De column gaat dan ook vooral over Wuhan in lockdown. Precies zo vooruitziend merkt Sitalsing begin november op over Hugo de Jonge: ‘Misschien heeft hij meteen daarop gedacht aan het geëlleboog dat nu volgen gaat, en aan het “Waarom wíj niet?!” dat onvermijdelijk zal klinken wanneer het ministerie straks (later? over een halfjaar? over een jaar? nooit, omdat we na langdurig gebruik hoorntjes blijken te krijgen van het Pfizer-vaccin?) schaarse vaccins moet gaan verdelen.’ En ik heb het me een heel jaar niet gerealiseerd, maar Sitalsing meer dan tienmaal: ‘Nog even doorbijten, en er zijn verkiezingen.’
Sitalsing is niet alleen persoonlijk (ze schrijft niet zelden over mensen ‘in mijn directe omgeving’ en wat ‘het elfjarig kind naast me op de bank’ vindt, haar observatievermogen is blijkbaar erfelijk) en profetisch, maar ook pijnlijk precies als het om hooggeplaatsten gaat. Mark Rutte krijgt wel enige sympathie als coronapremier, maar niemand weet het teflon en de marketingglans beter te duiden dan Sitalsing. De koning krijgt maar liefst drie venijnige brieven van Sitalsing, geopend met ‘Lieve koning’ en doorspekt met presocratische relativering:
‘Het gaat hard, zou je denken, maar dat is schijn. Want alles stroomt, maar tegelijk verandert er weinig. Inzicht geven in uw precieze uitgaven gaat de premier zo laat en summier mogelijk doen, en wie in de regering komt vergeet de stoere voornemens over de koning doorgaans op de drempel van de Trêveszaal.’
Sitalsing volgt de verkiezingen in Suriname en wekt mijn geloof in de democratie weer op (kippenvel!), ziet vluchtelingen en #blacklivesmatter-demonstranten (‘Toen in de grote vergaderzaal van de Tweede Kamer het begrip ‘Zwarte Piet” viel, en toen dat tot wijdverspreide berichtgeving leidde (Rutte: “Ik begrijp de pijn”), wist je: we zijn weer thuis.’), schrijft over de juridische rommel rond coronaboetes (en besluit: ‘Arme boa’s.’) en kan het niet laten over de cda te schrijven (‘En zo ging deze column toch gewoon weer over het cda.’).
Ze is rechtvaardig en geestig, en telkens weer scherp. Toch maar weer die krant? In ieder geval reserveer ik vast Dagboek van een krankzinnig jaar II: 2021. Verschijningsdatum 11 januari 2022?
De Bezige Bij gaf Dagboek van een krankzinnig jaar uit. Op Athenaeum.nl staat dus een fragment – maar het boek is bij elke boekhandel te bestellen.