Lees Esha Guy Hadjadj, Principes zijn als prikkeldraad 6

Principes zijn als prikkeldraad (6)

Feuilleton! Esha Guy Hadjadjs online feuilleton speelt in een gepolariseerd Frankrijk, waar een studente zich tussen de conservatieve betogers van de Manif pour tous en de feministische colleuses beweegt. Wat saboteert ze, tegen wie spant ze samen? Lees deel 1deel 2deel 3deel 4, deel 5, een deel 6, waarin Dorine haar plan uit de doeken doet aan haar vriendinnen – maar weer net anders dan ze Vincent vertelde.

*

ZIJ VERLAAT HEM HIJ VERMOORDT HAAR

Dat zal hem zijn, de leuze waaraan Vincent het gebouw kon herkennen. Vincent parkeert en stapt uit. Hij voert de code in bij de voordeur en gaat naar de vijfde verdieping. Ditmaal gelukkig wel een lift.
Constance doet de deur open en duwt hem een gin-tonic in de handen. Vincent loopt achter haar aan naar de salon. Delphines grootouders zitten de pandemie uit op het platteland en hebben haar de sleutels gegeven tot hun pied-à-terre in Parijs. De smalle gang staat vol met uitpuilende boekenkasten met dunne laagjes stof. De salon daarentegen is voor een groot deel leeggehaald. De grotere meubels zijn aan de kant geschoven, op de vloer liggen kruisjes plakband in verschillende kleuren om de meubels bij terugkomst op exact dezelfde plek terug te kunnen zetten. Uit de speakers schalt ‘Désanchantée’ van Mylène Farmer. Bij het raam aan het einde van de salon ziet Vincent zijn jeugdvrienden met ieder een gin-tonic in de hand.
– Vincent! Je komt op het juiste moment. Dorine was net een ongelooflijk verhaal aan het vertellen.
Vincent kust iedereen tweemaal op de wang en sipt van zijn drankje. Door het raam ziet hij de Eiffeltoren in haar glimmende avondjurk.
– Allez Dorine, wat waren we gebleven?
– Ja, umm…
– Ach, laat mij je anders snel bijpraten zegt Constance. Do kruipt helemaal uit haar schulp hier in Parijs. Ze plakt samen met vrienden al die leuzen door de stad – heb je ze niet gezien?
– Tuurlijk, ze zijn overal. Hier beneden alleen al.
– Ja, nou, die heeft zij dan gelukkig niet geplakt. Hoe dan ook, ze is nu allemaal acties aan het voorbereiden. Ze gebruikt zelfs obscure kanalen zodat ze niet wordt afgeluisterd. Gek hé? Maar daar gaat het nu niet om. Er ontspruit iets in haar. Ze heeft net aan één stuk doorgerateld over die activisten. Ze bloeit helemaal op zodra ze erover praat. Kijk dan naar haar, zie je het niet? Had je dat ooit verwacht?
– Nee, niet echt, antwoordt hij mat.
Dorine leunt nonchalant tegen de piano aan en hervat haar verhaal.
– Sommige dingen moeten strikt geheim blijven, zelfs de namen zijn verzonnen.
– Wat?! Dus je weet niet eens hoe ze heten? Maar je overtreedt wel de wet met ze?
– Kalm aan Constance, zegt Delphine, het is niet alsof ze aanslagen plegen. Het is gewoon een spannende hobby, zoals bungeejumpen. Veel adrenaline maar uiteindelijk onschuldig. Vind je ook niet Vincent?
– Het is echt niet zo veilig hoor Delphine, onderbreekt Dorine. Ik ken veel mensen die al vaak in voorarrest zijn geplaatst, en als ze weten wie je bent krijg je sowieso een strafblad.
– Ah ja? Nou dan zullen jij en Vincent straks nóg meer gemeen hebben.
Delphine gaat op de verwarming onder het raam zitten en kijkt schalks naar Vincent. Vincent zucht, legt zijn beker op de piano en haalt zijn tabak tevoorschijn.
– Ik zie dat jij in ieder geval weinig bent veranderd, Delphine.
Hij vist een plukje uit zijn zak en verdeelt het op het draaipapier.
Qui aime bien châtie bien.
– Misschien is dat het wel hé, zegt Constance, liefde en straf. Dorine vind het prima om de politie op haar hielen te hebben zolang ze maar hand in hand kan wegrennen met haar liefje. Zit er iets moois tussen die rebellen, Dorine?
Vincent strijkt met zijn tong langs het vloeipapier en laat zijn shagje bijna uit zijn vingertoppen ontsnappen door het gegil van Constance en Delphine. Dorine bloost.
– Mijn maatje is wel knap, zegt ze uiteindelijk.
– Wat!?
Constance pakt Dorines polsen vast en schudt ze met iedere vraag heen en weer.
– Hoe lang zijn jullie al samen? Hoe heet ze? Kom op Do, vertel!
– Ze heet Asma.
– Weet je dat zeker? vraagt Delphine. Misschien is dat ook wel een pseudoniem.
– Natuurlijk weet ik het zeker!
Ze rukt haar polsen los van Constance en kijkt woedend naar Delphine.
– Goh, verzucht Constance, je bent echt allerlei nieuwe werelden aan het ontdekken.

Vincent zit onderuitgezakt tegen de koelkast aan op de betegelde vloer van de keuken, tegen de koelkast aan. Het peertje schijnt fel en blauw, waarschijnlijk een miskoop die niet de moeite waard was om terug te brengen naar de winkel. Het maakt van de keuken de minst gezellige ruimte van het hele feestje, dus hier kan hij in ieder geval even ontsnappen. Uit de salon hoort hij tussen de stemmen door iemands dronken gepingel op de piano. De vingers zwalpen te veel over de noten voor het fijngevoelige stuk. Niemand lijkt onder de indruk.
Waar heeft Do het over, denkt hij. Dat vertelde ze niet toen hij bij haar lunchte deze week. Hij neemt een slok en staart voor zich uit. Deze shit slaat nergens meer op. Hoe kon hij zo stom zijn om te geloven dat ze in een soort geheim genootschap zit dat constant door de politie wordt afgeluisterd. Alsof die daar tijd voor hebben! Maar waarom liegt ze opeens tegen haar vrienden? Hij kan haar ook niet confronteren met haar leugens – dan komt ze nooit meer opdagen. En stel dat ze wel de waarheid spreekt? Beter dat hij dicht in de buurt blijft.
– Daar ben je dus! Geen zin meer in gin-to’s?
Dorine komt de keuken binnen en gaat op het aanrecht zitten.
– Ik wil helpen Do.
– Hoe bedoel je?
– Met je actie.
– Dat kan niet.
Het lukt Vincent ternauwernood om op twee benen te gaan staan. Hij loopt naar het aanrecht en leunt ertegenaan. Die fakking cocktails. Hij voelt de spanning in zijn maag, alsof hij bijna bovenaan de heuvel van een achtbaan aanbeland is en de wagens steeds langzamer tegen de rails hoort klikken. Ook van achtbanen moest hij vroeger vaak kotsen. Do draait zich naar hem toe, vouwt haar benen in kleermakerszit en legt haar hand op zijn schouder.
– Gaat-ie? vraagt ze.
– Hoezo niet?
– Laat het. We zijn al te ver in de voorbereidingen. En trouwens, mannen kunnen niet mee doen.
– Ik kan sowieso helpen. Ik kan dingen doen die jullie niet kunnen.
– Alsjeblieft zeg, wat dan?
– Inbreken.
– Wat? Sinds wanneer?
– Laatst geleerd. Het is eigenlijk heel makkelijk.
– We gaan geen fakking inbraak plegen Vincent, dat weet je best. Volgens mij moet jij wat water drinken.