Groen (I)
Na tien jaar vertrekt Jan van Mersbergen als redacteur van De Revisor. Als afscheid zijn korte verhaal Groen, dat in twee delen op de website zal verschijnen. Vandaag het eerste deel.
*
Het scherm van de tv is nog zwart maar het geluid klinkt al: ‘Vera en Paul gaan in hun oude boerderij voor groen.’
Vera, denk ik. Groen.
Ze verschijnen in beeld. Vera en Paul. Zie je wel.
Afgelopen winter moest ik in een café in Groningen een lezing geven over Film noir. Nergens in het land willen de mensen er nog iets van weten, maar in het noorden liep de zaal vol.
Ik bleef daar slapen. Wat Vera daar moest doen weet ik nog steeds niet. In ieder geval was ze in Groningen.
Paul zegt: ‘De groene vloer zag ik eh… echt wel zitten…’ Hij heeft een hoge stem.
Vera vult aan: ‘… en toen zijn we doorgeslagen. Groene tegels. Groene vensterbanken.’
Paul zegt: ‘Alles groen.’
Het is een aankondiging van het programma dat zo meteen op net 2 te zien is.
Ik bleef slapen op een boot die ergens bij het station in het water lag. Ik weet nog goed hoe ze me voorging over de loopplank, hoe ze het trapje afdaalde het ruim in.
Ik wacht tot het programma begint, tot Vera weer in beeld zal komen, met haar klassieke gezicht, blosjes op haar wangen.
De begintune. De trompetten schallen, er komt een huis in beeld en de voice-over zegt:
‘In een rustig Noord-Hollands dorpje wonen Paul en Vera, samen met hun dochtertje Suus in een oude boerderij.’
Ik wist niet dat ze in Noord-Holland woonde. Ze vertelde me destijds dat ze uit Amsterdam kwam.
‘Als ze het huis in 2014 voor het eerst zien, zijn ze meteen verkocht.’
Vera was die avond een beetje dronken, en ook toen vrij vlot verkocht.
Paul doet de voordeur open. ‘Welkom,’ zegt hij. Aardig. Hij heeft een soort ringbaardje.
Op de achtergrond staat Vera met het kindje in haar armen. De cameraman schuift langs haar naar binnen. Ze draagt een jurk. Gebroken wit met dikke zwarte knopen.
In het ruim van die boot, om nog wat te drinken. Ik had het smalle deurtje nog niet achter me dichtgetrokken of Vera duwde haar lijf tegen me aan en kuste me. Niet meer alleen een hand op mijn been of even langs mijn gezicht strelen, dat kon allemaal toeval zijn of alleen een spel voor deze avond. Ze was direct.
Ik zie de keuken, ik zie de woonkamer, inderdaad veel groen: planten met enorme bladeren, een leesstoel, achter grote ramen de tuin.
Ik zie cactussen, vetplantjes op de groene vensterbank. Een weiland waar een vrachtwagen doorheen rijdt. Hadden ze die er niet uit kunnen knippen?
‘We zochten al een hele tijd een huis om onze eigen draai aan te geven,’ zegt Paul. Ze staat naast hem in de keuken, voor een wand met groene tegeltjes. Haar mond iets vertrokken alsof ze ook iets wil zeggen. Een stel. Samen een oude boerderij gekocht.
Hij praat maar door, zij wacht af. Een hand op het aanrecht. Hij vertelt over hun zoektocht naar een huis en zij onderbreekt hem weer: ‘… het duurde ook echt heel lang.’ Dan zwijgt ze weer.
Een oude foto van het huis. Ze vonden toch iets. Dan komt ze close-up in beeld. ‘Koop het maar.’ Ze heeft glinsterende ogen. Niks veranderd.
‘We moesten het hebben,’ zegt ze.
Doortastend was ze toen al. Dat zei ze niet veel later in de kleine slaapcabine ook, in het bed met de schuine randen.
De voice-over vertelt dat het huis eerst nog niet echt leefbaar was en dat ze veel moesten verbouwen. ‘Paul en Vera moesten flink aan de bak.’
Dat ken ik van haar, ja. Een dieseltje.
‘En nu, vijf jaar later, met een nieuwe baby op komst, zijn er nog altijd nieuwe klussen.’
Ik moet slikken. Ze hebben dus een kindje. Maar die nieuwe baby? Gaan ze nog iets zeggen over die nieuwe baby?
Ze is dan zeker twaalf weken zwanger, anders zeg je zoiets niet. Maar aan haar buik is niets te zien. Dus meer dan vier of vijf maanden zal ze niet zwanger zijn.
Ik tel koortsachtig.
Wanneer was dat festival? Het was erg koud. Het staat in mijn agenda, maar ik wil dat niet opzoeken, ik wil niet weg van de tv.
Het was in december.
De beelden verklappen dat het nu voorjaar is, alle planten in de tuin zijn groen en staan in bloei. Het is natuurlijk al een tijdje geleden opgenomen. Het is nu augustus.
De voice-over: ‘Ja, er moest heel veel verbouwd worden.’
‘We hebben besloten eigenlijk ieder jaar één groot project aan te pakken,’ zegt mijn Vera, ‘zodat het een beetje overzichtelijk blijft.’
Paul staat naast haar te knikken.
Overzichtelijk. Kolere zeg.
‘We zijn begonnen met de uitbouw.’
Nu ik haar zo zie staan tegen dat aanrecht denk ik toch iets aan haar buik te kunnen zien. Ze is wat forser geworden. Haar heupen. Haar gezicht.
Ze heeft half lang haar, tot haar schouders. Dik bruin haar. Mooie ogen. Ik herinner me vooral die ogen. Haar haar was toen langer. Ik kon eraan trekken.
Paul zegt: ‘Twee jaar later zijn we hier beneden begonnen.’
Ze zegt nog iets over de vloer, over de uitbouw of een opbouw. Ik luister gespannen maar hoor de helft niet.
Het was ergens tussen Sinterklaas en Kerst. Daar passen meestal twee weekenden tussen en dit soort avonden of filmfestivals doen het meestal niet zo goed in die tijd, als iedereen druk is met de feestdagen, toch kon ik die avond naar Groningen. Vierhonderd euro, exclusief reiskosten.
De laatste trein terug is een drama, dus ik had gevraagd of ik ergens kon overnachten. Dat kon geregeld worden, geen probleem.
‘De opbouw is de grootste klus geweest.’
In het grote café zat ik met twee schrijvers en een andere regisseur die ook hun kunstje gedaan hadden. Een van de schrijvers, een grote man met warrig haar, trok veel publiek, en aandacht na afloop. De andere schrijver was relatief onbekend.
Vera zegt: ‘We konden een groene vloer nemen.’
De voice-over: ‘Gelukkig is Paul heel handig en Vera, vanwege haar werk als interieurstylist, heel creatief. Dus een ideale combi. Nu, vijf jaar later, met een nieuwe baby op komst, hoeven ze zich nog steeds niet te vervelen, want er zijn altijd weer nieuwe klusprojecten.’
Waarom herhalen ze alles?
Paul verschijnt in close-up in beeld. ‘Ik heb echt honderd procent vertrouwen in Vera…’
Hij is een beetje grijs bij de slapen. ‘…maar toen je zwanger werd merkte ik opeens dat ik er niet meer zo veel vertrouwen in had want de keuzes voor de kinderkamer…’ Hij kletst maar door. Vera lacht. Ze heeft mooie rechte tanden. Dat zei ze toen nog tegen me. Dat mijn tanden scheef staan, dat ze dat sexy vindt.
Hoe staan de tanden van dat baardje?
Het stukje uit het voorfilmpje wordt herhaald.
‘Toen zijn we doorgeslagen.’
Ik kan een glimlach niet onderdrukken maar blijf tegelijk bezorgd. December. Augustus. Voorjaar.
‘Eigenlijk kwamen we er later achter dat de vloer helemaal duurzaam gemaakt wordt,’ zegt ze.
Eigenlijk. Dat zei ze toen ook. Eigenlijk wel een leuke plek. Die boot. Eigenlijk wel een mooie avond zo. Eigenlijk kan voorlezen best leuk zijn.
Alles was eigenlijk wel leuk.
‘Alles is van gerecycled materiaal.’
Paul vult aan: ‘Dat is wel een prettig idee.’
Ze recyclen alles, denk ik.
[…]
Deel 2 volgt donderdag 29 oktober.