Deze week gelezen: Terras 19
Leanne Shapton en Maggie Nelson in Terras #19: de redacteur las een rijk nummer met vertrouwde kwaliteit en verrassingen.
*
Daan Stoffelsen: Terras #19 Naar Water
Dit is geweldig: ik schreef hier 20 november over Leanne Shapton, en ik meldde op het nippertje dat er een vertaling van een fragment uit Swimming Studies in Terras zou verschijnen. En nu ligt het nummer op de mat. Dank, redactie.
Naar water, op het omslag zo typografisch zo geschikt dat er ook Awater te lezen is, en ‘Rat’ en zoveel auteurs en vertalers herbergt dat een opsomming à la De Revisor op het omslag niet gepast had, is een heel rijk nummer. Het is een breed uitgolvend nummer dat vissen, zwemmers, genderfluïditeit, overstroming, droogte en Herakleitos aandoet. Misschien is het thema té ruimhartig, maar dat geeft niet aangezien de individuele bijdragen overtuigen. Behalve Shapton tref ik Maggie Nelson, Laura Broekhuysen, Miek Zwamborn, Erik Lindner en Renée van Marissing aan, en vertalers als Heleen Oomen, Nicolette Hoekmeijer en Rokus Hofstede, maar ik word vooral verrast door voor mij nieuwe schrijvers, en ik heb nog lang niet alles gelezen in tijdens mijn literaire jutterstocht.
Toch nog even Shapton. Koen Boelens vertaalde ‘Wasgoed’, over een bezoek aan de Hampstead Heath Ladies’ Pond, een zwemvijver met natuurwater. Een mooi essay dat ‘baden’ – recreatief zwemmen – en sportzwemmen verbindt.
‘Ik zwem, waarbij ik de bewegingen van mijn ledematen uitvergroot om warmte op te wekken, zet dan met mijn gezicht naar beneden koers naar de verste reddingsboei, naar de twee vrouwen. Daar aangekomen kijk ik weer op. Een van de vrouwen vertelt over haar kind, dat aan school moet wennen. De ander maakt instemmende, meelevende geluidjes. Ik vraag me af: zijn ze hier als vriendinnen gekomen of in de vijver bevriend geraakt? Hoelang zwemmen ze al in zulk koud water? Zal er ooit iemand met mij mee gaan zwemmen in ijskoude vijvers? Ik maak nog een rondje en mijn lichaam voelt warm, maar het is de warmte van een klap: bloed dat door het weefsel raast.’
Doodgewoon proza, dat van het fysieke, individuele even afbuigt naar een sociologische overweging om weer terug te keren naar zichzelf, de eenzaamheid van de zwemster en het vooruitzicht alleen te blijven (lees ook Inger Bråtveits ‘Dit is water’). En dan die warmte van een klap: een beeld dat je meteen begrijpt, het is warm maar niet comfortabel. Er volgen ook geuren trouwens, Shapton verbindt alle zintuigen. En ja, er zit verwantschap tussen de ontbering die deze vrouwen doorstaan en het racen, maar tegelijk is de jeugdanekdote die ze oproept, van een nacht in een vreemd huis waarin ze haar race in gedachten oefent met een stopwatch, zo mijlenver verwijderd van het gekeuvel van de dames.
Bij Miek Zwamborn komen we wieren en vissen tegen en de dichter Seth Crook – haar inleidende essay is net zo interessant als de daaropvolgende poëzie. En vertaler Nicolette Hoekmeijer, je kent haar van Kiran Desai, Edwidge Danticat, Edward St. Aubyn, Nathan Englander, Toni Morrison en Candace Bushnell, geeft met Mia Martin een fantastisch inkijkje in hun vertaalproces. Ze vertaalden drie ‘Bluets’ uit de gelijknamige bundel van Maggie Nelsen, die beginnen met Herakleitos’ ‘Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen’. Telkens in drie variaties, laten ze de diepte zien van het vertaalproces, en ze lichten ook toe waarover ze twijfelden: ‘In het woordje “version” kwamen al vertalende al deze vragen samen. “Variant” en “interpretatie” hebben we beiden overwogen als vertaling; “lezing” werd gekozen om het element van persoonlijke interpretatie te laten doorklinken.’
Zo nodigt een literair tijdschrift uit tot verder lezen – terwijl ik het nog niet eens uit heb.
Bestel Terras bij Terras. Of bij de boekhandel natuurlijk.