Twee gedichten: Alfred Schaffer

Alfred Schaffer (1973) publiceerde vijf dichtbundels waaronder Schuim (2006) en Kooi  (2008). Hij won de Hugues C. Pernathprijs, de Jan Campertprijs en de Ida Gerhardtprijs. Tot drie keer toe werden zijn bundels genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Hij woonde geruime tijd in Kaapstad.

*

Bezoek

Het zweet stroomt langs m’n rug ik heb opeens geen tekst.
Ik sta te klooien met een plattegrond het lijkt een eeuwigheid.
Kale bomen schone straten luiken toe maar alle huizen
zijn gewoon bewoond. Tenminste dat heb ik gehoord.
Voor de zekerheid laat ik de motor draaien, mijn wagen is
van roestvrij staal maar waar ik kom kom ik in vrede.
De dag was zonder tussenstop met gaten in de weg en nevel
files dorre struiken niets dan zand en alles zonder sterren
zonder licht, alsof ik dwaalde door mijn eigen brein alsof
ik was verdronken in een meer van kwik – misschien lees ik
de kaart verkeerd. Steenkoud is het hier, duizelend van lichtheid
trap ik denk ik op een hond, iets harigs roerloos blijft het liggen.
Sprak iemand me maar aan, iemand die me kon verstaan
ik bedoel het is al avond volgens mij moest ik linksaf daar
bij dat speelplein maar die straat loopt dood.
 

Hoor ik muziek of is dat de wind

Ik zit geloof ik flink te knoeien, ik krijg mijn lepel
niet goed naar mijn mond maar de bewaking heeft geduld
ook met mijn hond hij bijt haast nooit, ik zou hem
een naam moeten geven. Ik heb niets meer te melden
na vannacht, niemand zit te wachten op slecht nieuws dus
ik vertrek geen spier ik knipper niet eens met mijn ogen.
Wat een verdriet, in de wijde omtrek niets dan mijnen en graven.
Ben ik hier nieuw dan is er iets met mijn geheugen of
ik lette niet op – wat zich voordoet in de geest en wat zich
afspeelt daarbuiten. Mijn armen jeuken, ik ruik mezelf
heel erg, dan ben ik voor, dan ben ik tegen en om de zoveel tijd
geef ik een knikje met mijn hoofd, puur voor de vorm
een knikje is genoeg. Ik heb sowieso maar weinig te zeggen.
Ha-ha-hal-lo me-me-mijn na-naam i-i-i-i-is. Verder kom ik niet.