Een uitgesproken boekhandelaar

De positie van boekhandelaren is de laatste tien jaar erg veranderd. Boekhandelaren zijn steeds belangrijker in het boekenvak: ze geven quotes achterop boeken, ze verschijnen op feestjes, ze kopen boeken in die getipt zijn door de collega’s van het boekenpanel van DWDD. Boekhandelaren spreken zich uit over boeken, Jan van Mersbergen spreekt zich uit over boekhandels in de nieuwe rubriek Boekhandel van de maand. Iedere laatste dinsdag van de maand. Vandaag de eerste aflevering: Boekhandel Schimmelpennink, Amsterdam.

Het was de boekhandel in mijn buurt, aan het Weteringcircuit. Ik woonde er eerst schuin tegenover en later een paar blokken van de winkel vandaan. Vier jaar geleden verhuisde ik naar Amsterdam Zuid en sindsdien kom ik minder vaak in de winkel. Boeken koop ik in een opwelling, ik loop binnen. Nu moet ik weten wat ik wil hebben, dat aan de winkel mailen en af gaan halen als ik in de buurt ben. Dat werkt voor mij niet.

Ton Schimmelpennink is een legende. Grote grijze man met bril. Hij is de enige uitgesproken boekhandelaar die ik ken. De meeste boekhandelaren zeggen wel zachtjes dat ze Vijftig tinten helemeel niks vinden, ze verkopen het wel gewoon aan de volgende klant. Ton koopt die boeken niet in en stuurt de mensen die erom vragen weg, zoals hij ook mensen wegstuurt die een tramkaart willen kopen.

Boeken verkopen is selectief inkopen, en niet alleen omdat de ruimte beperkt is. Ruimte telt niet bij boeken. Ieder boek is een onmetelijke ruimte. Schimmelpennink heeft ruim tienduizend boeken op voorraad, maar als ik op de rieten stoel bij de gaskachel aan de koffie zit en Ton een sigaartje opsteekt en me vraagt hoe het gaat, dan heb ik niet het idee dat ik tussen zo veel boeken zit. Wel zit ik tussen een selectie boeken. Naast de kasten met literatuur en thrillers staat er poëzie, geschiedenis, filosofie en een ruime hoek met kinderboeken.

Er kwam ooit een vrouw binnen die Ton vroeg of hij De Celestijnse belofte had. Hij had het nog wel ergens liggen, mompelde hij en hij zocht het boek op, scheurde papier van de rol en zei; Ik pak het maar even in want ik neem aan dat het niet voor u zelf is.
De vrouw was in shock. Ze zei: Dat boek heeft mijn leven veranderd.
Ton knikte wat en lachte wat. Nou dat is dan twaalf vijftig.

In 2001 presenteerde ik mijn debuut bij Schimmelpennink. Dat was omdat ik zo dichtbij woonde – in de winter kon ik vanuit het raam van de tweede, illegaal bewoonde verdieping aan de Stadhouderskade, de rode luifel zien, maar ook omdat ik verder geen idee had hoe een boekpresentatie zou moeten zijn of wat gangbaar was. Ik wilde iets te drinken, ik wilde muziek. Dus ik vroeg Ton of hij bier kon inkopen en ik vroeg mijn vrienden van de Amsterdamse band Lazy Sunday Dream of ze konden komen spelen.

Het werd een drukke levendige presentatie. Ton had de boekentafel tegen de kast geschoven om ruimte te maken. Op de tafel schalen leverworst en Amsterdams zuur, flessen bier. Het gezicht van de boekhandelaar was vrolijk, zoals zijn gezicht ook straalde tijdens de herhaling van mijn debuutpresentatie: de presentatie van een Revisornummer in de zomer van 2013, toen twee leden van hetzelfde bandje samen met Tim Knol een paar liedjes zongen in de kleine boekwinkel.

Naast mijn debuutpresentatie dronk ik vaak koffie bij Ton. Senseo. Meestal niet alleen. Mance Post was er iedere woensdag, tot kort voor haar overlijden drie jaar geleden. Haar rollator stond vaak in de weg. Mance was illustrator, onder andere van Krassen in het tafelblad. Dat boek kent iedereen, het omslag met het meisje dat bij opa op de tafel zit kent ook iedereen. Een oja-omslag. Verder kwam meneer Schouter er vaak, een classicus die altijd sprak over Reve en Carmiggelt. Nooit over de huidige generatie en ook niet over de generatie Zwagerman-Giphart. Een beetje oud en stoffig dus, maar ik zat daar graag tussen, als jonge schrijver.

Na het lezen van mijn vijfde roman – Zo begint het – zei Ton dat ik een op de stoel moest gaan zitten, hij moest me iets vragen. Hadden ze bij mijn uitgeverij soms geen redacteur meer? Hij vond die roman niet goed, kwam er niet doorheen. Al die vrouwen en die namen leken op elkaar. En dan ook nog een baby. Er ontbrak iets aan.

Ik stelde hem gerust, redactie bij Cossee is uitstekend verzorgd, maar tegelijkertijd was ik geprikkeld om van mijn zesde roman een overdonderend boek te maken zodat ik trots en rustig op die stoel kon zitten, twee jaar later. Dat lukte. Mijn carnavalsroman vond Ton meesterlijk. De quote is in de latere edities van de roman opgenomen.

Later vond hij De laatste ontsnapping ook een moeilijk boek, al die namen in het begin en die verschillende plekken. Hij zei het me gewoon.
Ik antwoordde dat hij inmiddels al een dagje ouder is.

 

Uit de reacties:

Wat een eer, dit stukje over onze boekhandel van de maand. En dan ook nog geschreven door de beroemde romancier Jan van Mersbergen (3 tot 5 ballen). Maar toch ook: wat een omissies Jan!
Te beginnen met die anekdote over de ‘Celestijnse belofte’. De vrouw die dit boek ooit kocht was inderdaad niet gediend van mijn commentaar. Ze had ook volkomen gelijk en ik schaamde me kapot. In jouw versie gedraag ik me als een hufterige eikel. Ik heb deze anekdote toevallig ook beschreven in mijn recente boek ‘Moedig zijwaarts’ (5 ballen). Niet gelezen? Shame on you!
Maar nog veel droeviger vind ik je luiheid. Want ook jij weet dat onze winkel wel wat meer bijzonderheden in zich draagt, dan die paar geslaagde presentaties waar je uitgebreid aan refereert. Ik denk dan met name aan ons kwartaalblad ‘De Bode’ (welke boekhandel heeft dat?). Ik denk aan onze literaire (eet)salons (welke boekhandel organiseert dat?). Ik denk aan onze afwijkende website, aan onze kunst in de etalage, aan ons nazitgenootschap, aan onze eenzame strijd tegen de bruinhemden in het boekenvak.

Maar goed Jan, ik zal ‘Moedig zijwaarts’ voor je apart leggen. Praten we nergens meer over.

ton schimmelpennink, – 29-03-’16 20:57

Dank voor het apart leggen, Ton. Ik ben binnenkort weer in de buurt. Onmissie is – ik heb het opgezocht – verzuim of nalatigheid. In deze persoonlijke stukken over boekhandels telt alleen mijn verhaal en mijn gevoel, net zoals ik dat bij het lezen van een boek heb. Ik ken natuurlijk de site, salon en bode, maar vermeld die niet, juist omdat er gelukkig veel boekhandels zijn die dat organiseren en uitgeven.

jan, (url) – 13-04-’16 10:33

Toen ik m’n vorige reactie had gepost op het wereldwijde web, bedacht ik me:
schrijft die Jan een aardig stukje over je boekwinkel, geef je ‘m de wind van voren. ‘Wat vindt u daar nou van?, vroeg ik m’n biechtvader.
‘Doe jij maar drie weesgegroetjes’, sprak hij.
Dus dan weet je dat.

ton schimmelpennink, – 06-05-’16 22:48

Tuurlijk weet ik dat Ton! Dank je!

jan, – 10-05-’16 07:32