Beschrijving
Hoe vertaal je wat is weggelaten, vraagt de vertaler zich af. Wat zie ik allemaal niet, vraagt de biografe zich af. ‘Al die momenten die opgelost zijn in tekst- en gebeurtenisloosheid. Nooit opgeschreven, nooit naverteld.’ De collega twijfelt. ‘De dichter heeft wellicht geen idee van de mate waarin de auteur hem een warm hart toedraagt.’
Dit nummer is gewijd aan Remco Campert, en gevuld met ontmoetingen, reïncarnaties van zijn personages, analyses van zijn zinnen, literatuur geïnspireerd door zijn literatuur.
Campert? Een Revisorauteur? Ja, in de eerste jaargangen dook hij een aantal keren op, zoals hij vaker nieuwe tijdschriften zijn zegen gaf met een gedicht of twee. Hij heeft menig tijdschrift ruimschoots overleefd. Misschien is dat de juiste strategie: verschijnen en verdwijnen. Zijn werk bloeit daartussen, in een schemergebied waarin de lach en de brok je soms even nabij zijn.
Camperts werk biedt ruimte, voor lezers van alle gezindten, maar zeker ook voor schrijvers. Behalve zijn biografe, wier meesterproef Een knipperend ogenblik gelijktijdig met deze Revisor verschijnt, vroegen we een waaier aan auteurs iets te schrijven. We vroegen om verhalen, anekdotes en beschouwingen, we verheugden ons op hoe Campert bij jonge auteurs doorklinkt, we nodigden dichters uit Camperts poëzie her te gebruiken, we vroegen zijn vertaler. In wat weggelaten is, in het ‘wellicht’ – daar ontstaat nieuwe literatuur. En daar, die plek is Revisor.
Daan Stoffelsen