Mahat Arab – Tussen Benson & Hedges (uit #38 Literatuurmuseum)
Voor Revisor #38 i.s.m. Het Literatuurmuseum dook dichter Mahat Arab in het persoonlijk archief van de Surinaamse auteur Edgar Cairo (1948-2000), dat recentelijk door het Literatuurmuseum is verworven. Het archief bevat talrijke manuscripten, zowel op papier als digitaal, verschillende snuisterijen, beeldende kunst, foto’s, correspondentie en persoonlijke documenten.
Tussen Benson & Hedges
elk blad kan verticaal in tweeën gesneden worden
met die snede ontdoe ik me van alles wat in mijn DNA huist
het kroeshaar tegen de hete zon
de neus en lippen tegen de droge lucht
de zwarte huid tegen de uv-stralen
mechanismes die met een enkele boottocht tot esthetisch
mechanismes die met een enkele boottocht tot wapen
ik heb het privilege van vaarwel kunnen zeggen tegen alles wat ik heb moeten verlaten
ik zeg vaarwel tegen de geuren die ik ken
tegen de groeven in mijn lippen
maar nooit vaarwel tegen de taal die ik gefluisterd vond
hoe ze me broos en lieflijk verwelkomde
ik heb haar ooit moeten leren schreeuwen
voordat ik haar weer te vondeling legde
tot trofee gehesen zou worden
ik heb haar proberen te vangen in een taal die te puntig en te praktisch bleek
dus schreef ik haar
in schriften bewaard in bakken
ik schreef haar
op enveloppen en op tassen
ik schreef haar
opdat ze bewaard zou blijven
voor een ander die zich aan haar zou kunnen verwarmen
ik schreef haar
voor mezelf
ik schreef haar
voor mezelf
voor hetgeen wat niet uit het blad te snijden was
.