Entries by Manon Uphoff

Over Zoek op Liefde van Herman Franke

Nu verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we haar Revisor-archief op de website. Lees je in! In de rubriek ‘Het maaiveld’ schrijft Uphoff in het tweede nummer van 2009 over Herman Frankes Zoek op liefde. Ze gaat op zoek naar de ‘ik’ in de roman, in een van haar kenschetsen ‘[e]en ik dat vervolgens, langs de lijn van een ooit aangelegde lijst van goede voornemens, het pad van verlangen en herinnering en lust en nieuwsgierigheid volgt, en hier en daar wat gewrongen bezig gaat met het najagen van antwoorden op vragen als: “Wat is het ergste wat je tegen iemand kunt zeggen?” (Waarbij moet worden opgemerkt dat het openbaar maken van het nogal persoonlijke antwoord op deze vraag de angel er grotendeels uit haalt. Nee, dan liever de marteling van het niet weten die in het hoofd van de lezer een duizendvoud aan mogelijkheden oproept waarmee die zichzelf telkens even op de pijnbank legt.)’

Connie Palmen, Lucifer

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Uit het derde nummer van 2008, in de rubriek ‘Het maaiveld’, vraagt Uphoff zich af of Connie Palmens roman Lucifer knap is, of lui? En goed?

Verkloot

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Lees ‘Verkloot’, een satellietverhaal in Revisor 2007-6 bij Koudvuur, over de neef. ‘Dit is al verwarrend en ik begrijp nu dat ik je een kleine familieschets moet geven, om jou, lezer, gewend maar wat rond te zappen, aan MTV en razendsnelle flitsen van opborrelende informatie, in staat te stellen de setting en de condities te begrijpen. Nou, laat me nog eens proberen. Het is kort na de oorlog. Er was een man, mijn vader. Hij was getrouwd en had vijf kinderen. Er is een vrouw, mijn moeder. Zij is getrouwd en heeft twee dochters.’

Kant

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. In het vijfde nummer van 2007, gewijd aan het surrealisme, verbonden aan de tentoonstelling Vreemde dingen in het Boijmans Van Beuningen, ‘vreemde verhalen’ (volgens het Redactioneel) van onder anderen Manon Uphoff. ‘Mijn ouders zijn gestorven, dacht ze, terwijl de naald trilde en zoemde en de inkt zich door het epidermis naar de dieper gelegen huidlagen zoog.’ Lees ‘Kant’.

Over Heb lief en zie niet om

Verschenen: De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we nu haar Revisor-archief op de website. Lees je in! Het derde nummer van 2007 was voor een groot deel gewijd aan Willem van Maanen. Uphoff schrijft over zijn recentste roman Heb lief en zie niet om. ‘Nu is het gevaar dat je als lezer te veel je best gaat doen om te laten zien dat je het allemaal heel goed begrepen hebt en dat niets, of niet veel, je is ontgaan. Maar er zouden alleen al pagina’s gevuld kunnen worden met het doorgronden van de constructie,’ waarschuwt Uphoff zichzelf, in deze analyse-met-persoonlijke-noot.

Archief: Een winterse vertelling

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! Aan het zesde nummer van 2006 droeg Manon Uphoff ‘Een winterse vertelling’ bij, over W.F. Hermans en Rusland. Veel komma’s en een geweldige slotzin: ‘Al zo lang als ik leef verwar ik schoonheid met goedheid en goedheid met schoonheid, het was winterse graffiti die met een mens werd geschreven, de reis kostte me geen euro, ‘s ochtends kocht ik een bontmuts, ik bewaarde het bonnetje en heb mijn kosten vergoed gekregen, ik heb nu al drie keer over deze man en deze vechtpartij geschreven, steeds zoek ik een kern, iets dieps en waarachtigs, maar steeds komt het erop neer dat ik al schrijvend denk: wat een winterse gebeurtenis, wat een echte Winterse vertelling.’

Archief: Het ambachtelijke lied

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! In het vijfde nummer van 2006, ‘geheel gewijd aan wat in de wandeling van de twee jaar dat we ermee onderweg waren het “liedjesproject” is gaan heten’ en in samenwerking met NPS en DahlTV, ingeleid door Ilja Leonard Pfeijffer en Allard Schröder met een essay over ‘Poëzie en muziek’ zochten schrijvers lieddichters op. Een groots project, waarbinnen Manon Uphoff met Maarten van Roozendaal samenwerkte. Ze schreef daarover ‘Het ambachtelijke lied’, aanvullend lees je hieronder hun ‘Rattenlied’.

Archief: Brief

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! In het dubbeldikke eerste nummer van 2006, dat gewijd is aan literaire kritiek, schrijft Uphoff ‘Brief’. ‘Achteraf op kritiek reageren is veel ingewikkelder. Een innerlijke stem houdt tegen. Niet doen, niet doen. Vooral niet de openbaarheid zoeken. Waarom niet? Is het omdat we al weten dat we zullen eindigen in de hoek van de mokkers en gekwetsten? Is het altijd een zwaktebod? Hangt er altijd de kwalijke reuk over van gekrenkt eergevoel, ziekelijke paranoia, gebrek aan zelfkennis? Wat is er tegen die publieke verdediging?’

Archief: Miniatuurtjes

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! In het zesde nummer van 2005 verschijnen haar ‘Miniatuurtjes’, symbolisch, lijfelijk, wrang-sprookjesachtig en realistisch, zoals de scène die ook in De spelers staat, na de begrafenis van de schoonmoeder, hier eindigend met de wanhopige vaststelling ‘Ik ben bang dat ik nooit meer zal kunnen slapen, dat ik niet meer zal kunnen stoppen met tellen. Elk verlies had draaglijk geweest maar nu ben ik tewerkgesteld en komt er geen eind aan de onrust.’

Archief: Over een scheve neus, twee engelachtige jongetjes, Lilliputters en Gullivers, het kille oog, echte & valse tanden

In september verschijnt De Revisor 33, een nummer rond het oeuvre van Manon Uphoff, een van onze interessantste schrijfsters. Daarom plaatsen we deze zomer haar Revisor-archief op de website. Lees je in! Uphoff opent het tweede nummer van 2005, dat overigens behalve bijdragen van alle redacteurs ook stukken van Gerrit Krol, Herman Franke, A.F.Th., Arie Storm, Bertram Mourits en Theo Kars bevat, met ‘Over een scheve neus, twee engelachtige jongetjes, Lilliputters en Gullivers, het kille oog, echte & valse tanden’, over een droom, haar ‘nieuwsgierigheid naar de relatie tussen “binnenkant” en “buitenkant” en de rol van de waarneming’, Alice, Woldhek, A.F.Th., Pirandello, Nabokov.