In onze rubriek Poëziereeks plaatsen we meerdere gedichten van dezelfde dichter.
Deze week: Sytske Frederika van Koeveringe.
Zoekende verbinding
1.
Ik zit vast met mijn ring aan het kant van mijn onderbroek
2.
Mijn elleboog blijft achter de deurkruk haken
3.
Ik zoek vier euro vijftig
4.
Sms een vriendin dat mijn muntgeld op is
5.
Haar man springt op de motor met zijn laatste drie euro veertig
(in die tussentijd staar ik voor me uit) (vraag ik me af of je onderbroek zegt of slip)
6.
Na een tijdje verzamel ik de was en concludeer dat het vandaag geen wasdag is
(neem overigens wel de drie euro veertig van de man van mijn vriendin aan)
7.
Het is nu wel erg lang twee uur
8.
Staar naar mijn opengeklapte laptop, naar het waaiertje
zoekend naar verbinding met mijn buurmeisje
Denk tegelijkertijd aan de aanstekelijke lach van mijn buurmeisje
9.
Tijdens het zetten van een koffie valt dat wat mijn lichaam aanraakt of dreigt aan te raken op de grond
(het vaatdoekje, een blik thee, een lepel, een deksel van een bakje, frustratie en een zucht)
10.
Op bed met koffie trek ik nog een (niet al te originele maar wel prangende) conclusie: dat het leven in principe door mag gaan als een tussentijd
11.
De witte muur vertelt me dat het vreemd is dat het denken aan de dood in al zijn facetten vaak als iets ernstigs wordt opgevat
12.
Dood gaan we allemaal
(zegt mijn witte muur)
13.
Beneden ligt een wasknijper, ik zoek naar de oorzaak
14.
Ik heb niets nodig maar ga toch naar supermarkt
(het heet toch niet voor niets super markt)
15.
Onderweg bedenk ik me dat als ik zou uitschrijven dat het leven een tussentijd is, en dit op wat voor manier dan ook wordt gepubliceerd er sowieso een recensent is die hierover gaat zeiken
16.
Ik loop voorbij twee vrouwen die een appel eten, langs muren waarop staat dat ik niets over recensenten mag schrijven
Ik zeg: maar wat als jezelf recensent bent
(van je eigen werk?)
Zijn we niet allemaal recensent van ons eigen leven?
Verderop staat er op de muur dat ik me niets moet aantrekken van wat een eventuele recensent gaat schrijven; Je staat hier los van.
Dát staat er: ‘Sytske, jij staat los van alles wat erover je tekst wordt geschreven of gezegd.’
18.
Ik zwaai met mijn tas heen en weer en in een zwaai zeg ik; Nou, dat weet ik nog net zo niet
In het luchtledige
19.
In een krantenkop van de daklozenkrant lees ik vluchtig dat ik op dit moment voorbij de kern van deze tekst loop
Ik bedank de verkoper en loop de supermarkt binnen
(ik denk hier niet na, pure focus)
20.
Thuis aangekomen donderen een blik bonen en een tros bananen uit mijn tas
Alsof ook zij me willen duidelijk maken dat dit precies niks is
Zo’n dag waarin je niets gedaan krijgt en er dus ook niets uit handen komt behalve dan dat wat zwaartekracht heeft
Herstellende
Existentiële vragen in en omtrent-
Ik heb het idee al mijn dromen al te hebben nagejaagd-
Er is geen zicht op eventuele ruimte
Om over licht en keuzes nog maar te zwijgen
Ik zeg tegen mijn behandelend arts dat het leven
niets anders is dan boodschappen doen-
huishoudelijke klusjes en een
bepaalde verantwoordelijkheid dragen
deze daadwerkelijk op je te nemen dagelijks
met je mee te tillen naast al die andere sores
taken die je doet jegens de mensen om je heen
ik zeg tegen haar: in principe sta ik op om de gordijnen te openen-
en ze tijdens de eerste schemering weer te sluiten
Ik Ander
Ik ontmoet Ander online
onschuldig via een online workshop
Ander mailt een kind
Ik mailt geen kind terug, überhaupt?!
Ander vindt zolang Ik baren kan
tsja dan, tsja-
moet hier nog iets aan toegevoegd worden!?
Ander typt in de nacht nog iets als; wees dankbaar
wees in godsnaam dankbaar dat je baren kunt
snap je niet dat het bijzonder is?
begrijp jij niet dat jij een wonder bent?
Ik leest fronst spuugt stampt vindt iets pas bijzonder
een wonder als het zeldzaam is
zijn dat alle anderen die Ikken baren?
Ander draait verdraait en draait tot de Ik Ander wordt
zonder van gedaante te verwisselen
Ik voelt zich schuldig tegenover de virtuele Ander
wat valt er te zeggen over Ikken die wel willen
maar niet kunnen? en wat dan over Ikken die geen hebben
maar wel commentaar uiten op anderen die wel hebben?
nemen Ikken een mini Ik omwille van bevestiging die toch
altijd van anderen komen?
Ander is zonder dat Ik het doorhad een x-aantal stappen verder:
Ander mailt een afbeelding van drie mensen
een foto van Ik Ander en een combinatie van de twee
in een Ander en of de Ik
Ik typt: dit is totaal absurd wat jij doet
Ander typt dat Ik niet opvliegend gedrag mag vertonen
dat iedere Ik; vrouw noch man een nageslacht wil
Ik vraagt rust, wil geen contact meer; dit ontspoort volledig
Ander draait verdraait en draait tot Ik op alle social
media de Ander moet blokkeren zodat de Ander
de boodschap ook begrijpt
Sytske Frederika van Koeveringe (1988) is beeldend kunstenaar en schrijver. Afgestudeerd aan de Gerrit Rietveld academie in 2014, richting Beeld & Taal. Ze spaart alles in de vorm van een vis en momenteel vervangt ze Marja Pruis in De Groene Amsterdammer en is ze ineens columnist. Dit najaar verschijnt haar essaybundel: Vrouw doet dit, dat –