De positie van boekhandelaren is de laatste tien jaar erg veranderd. Boekhandelaren zijn steeds belangrijker in het boekenvak: ze geven quotes achterop boeken, ze verschijnen op feestjes, ze kopen boeken in die getipt zijn door de collega’s van het boekenpanel van DWDD. Boekhandelaren spreken zich uit over boeken, Jan van Mersbergen spreekt zich uit over boekhandels in de nieuwe rubriek Boekhandel van de maand. Iedere laatste dinsdag van de maand.
Vandaag de zevende aflevering: Boekhandel Veenendaal in Amersfoort.
*
Een weekend op de Veluwe sloot ik af met een zondagmiddag in Amersfoort, en vanzelfsprekend was ik benieuwd naar de boekwinkels in die stad. Deze regio staat erom bekend dat het gereformeerde geloof nog zeer levendig is, en bepalend, en wat betreft de boekhandel gaan er nog steeds verhalen rond dat moderne Nederlandse romans gecensureerd worden; vloeken en ruig taalgebruik worden met zwarte stiften onleesbaar gemaakt. Klopt dat?
Op internet vond ik een paar winkels: twee filialen van de Algemene Boekhandel, waarvan er een in Schothorst en de ander aan de zuidkant van het centrum, een Bruna die ook ver buiten het centrum ligt, een winkel die ’t Ezelsoor heet en me een tweedehands winkel leek (wat bleek te kloppen), een AKO in de stad en daar vlakbij boekhandel Veenendaal. Die laatste wilde ik graag bezoeken, maar google gaf direct de openingstijden: op zondag gesloten.
Nu was ik toch in de stad en ik dronk koffie op de Varkensmarkt en liep de winkelstraat in om wellicht even bij de winkel naar binnen te gluren, en tot mijn verrassing was de boekhandel gewoon open. Op zondag!
Boekhandel Veenendaal, het stond echt op de gevel. De naam is verwarrend. Ik was in Amersfoort. Misschien was er in Veenendaal wel een boekhandel die Amersfoort heet, of was Veenendaal een achternaam. Ik weet het niet. In ieder geval ging ik naar binnen. Boekhandel Veenendaal is een ruime winkel met links direct meters kasten met literatuur: alles wat zojuist verschenen is. Een mooi aanbod. Het eerste wat ik in een boekwinkel doe: kijken of ze mijn romans verkopen. Het is een eerste keurmerk; een heel arrogant en volstrekt persoonlijk en niet-representatief keurmerk. Zo van: als ze mijn boeken hebben staan is het goed. Ik liep naar de middelste kast, zag allerlei schrijvers die met de M beginnen, en ik keek zelfs bij de V van Van, maar er bleek geen enkele roman van me in de kast te staan. Het was alsof ze alle schrijvers kennen en mij vergeten zijn.
Het duurde even voor ik daar overheen was, en wat hielp: de papieren buikbandjes op de boeken die op tafel of op de plank onder de kasten lagen. Op de bandjes leeservaringen van werknemers van de winkel.
Op het eerste boek stond geen leeservaring maar een kijktip.
Het was inmiddels zondag 14 augustus en de aflevering van Zomergasten met Arjen Lubach als gast was een week voorbij, toch bleef het buikbandje om het boek.
Ook andere buikbandjes gaven meer kreten dan leeservaringen:
‘Indrukwekkend, met de nadruk op indruk.’
‘Een fantastisch boek. Letterlijk en figuurlijk.’
‘Heerlijk. Wat een plot.’
‘Geweldig.’
Heel veel boeken in de winkel bleken versierd met een dergelijke spreuk, en het aantal bandjes en de eenvoud ervan leken te duiden op een soort overmoedigheid: zo veel mogelijk boeken moesten zo’n bandje hebben.
Die gedachte bleek niet te kloppen. Er waren ook bandjes met uitgebreidere en betere aanprijzingen.
Dat gaf een beter beeld en ook lieten deze buikbandjes zien dat het personeel van boekhandel Veenendaal daadwerkelijk leest en zich uit durft te spreken over boeken.
Verderop in de winkel een muur met daarop de boeken die op dat moment door de werknemers gelezen worden.
Ik raakte in gesprek met de boekhandelaar die op die zondag achter de toonbank stond. Ze vroeg mijn vriendin of ze haar ergens mee kon helpen en ze had de indruk dat een boek over pinguïns haar zou liggen. ‘Een lief boek,’ dat zou bij haar passen. Het was een mooie opening en in het vervolg kon de vrouw heel precies en vol overtuiging aangeven waarom De pinguïnlessen zo’n goed boek is. Ze kenden het verhaal over een man die voor een jonge pinguïn moet gaan zorgen, ze kende het drama, ze kende de obstakels die de hoofdpersoon moest overwinnen.
Op een kaartje achter de stapel pinguïnboeken stond precies waarom deze boekhandelaar (Elsebeth Mirck) zo vol is van dit boek, en op een buikbandje dat om een ander boek zat bleek dat ze erg meegeleefd had met de personages uit Willy Vlautins Vrij.
‘De mensen in Vrij wil ik telkens een schuilplaats, rust en geld bieden.’
Dat is precies het gevoel dat Vlautin je met deze roman geeft. Wat volgde was een mooi gesprek over het boek en ook over De ruwe weg, een eerder boek van Vlautin dat Mirck ook gelezen had.
Het is geweldig om in een boekhandel te merken dat het personeel weet wat ze verkopen. Dat maakt het onderscheid tussen de stationsboekhandel waar een boek op dezelfde manier over de toonbank gaat als een pakje sigaretten en een echte boekhandel, waar geen boeken verkocht worden maar leeservaringen. Op deze zondag bleek boekhandel Veenendaal een winkel voor lezers en van lezers.
Wat een eer, dit stukje over onze boekhandel van de maand. En dan ook nog geschreven door de beroemde romancier Jan van Mersbergen (3 tot 5 ballen). Maar toch ook: wat een omissies Jan!
Te beginnen met die anekdote over de ‘Celestijnse belofte’. De vrouw die dit boek ooit kocht was inderdaad niet gediend van mijn commentaar. Ze had ook volkomen gelijk en ik schaamde me kapot. In jouw versie gedraag ik me als een hufterige eikel. Ik heb deze anekdote toevallig ook beschreven in mijn recente boek ‘Moedig zijwaarts’ (5 ballen). Niet gelezen? Shame on you!
Maar nog veel droeviger vind ik je luiheid. Want ook jij weet dat onze winkel wel wat meer bijzonderheden in zich draagt, dan die paar geslaagde presentaties waar je uitgebreid aan refereert. Ik denk dan met name aan ons kwartaalblad ‘De Bode’ (welke boekhandel heeft dat?). Ik denk aan onze literaire (eet)salons (welke boekhandel organiseert dat?). Ik denk aan onze afwijkende website, aan onze kunst in de etalage, aan ons nazitgenootschap, aan onze eenzame strijd tegen de bruinhemden in het boekenvak.
Maar goed Jan, ik zal ‘Moedig zijwaarts’ voor je apart leggen. Praten we nergens meer over.